Overdenking van de Week

Evangelielezing: Lucas 10: 25 – 37 

‘Geloven moet je doen’, ‘geloven is een werkwoord’, een levenshouding’.
Ik denk dat dat dit soort uitspraken velen van ons wel aanspreken.
Natuurlijk, geloven gaat ook over wát je gelooft, de inhoud.
En rond geloven is ook het samen vieren en beleven op zondag belangrijk, zingen, bidden, overdenken, erover spreken.
Maar geloven is niet alleen iets voor de zondag, moet ook doordeweeks tot uiting komen.
‘Practice what you preach’ – doe wat je zegt, dat geldt voor iedereen, maar zeker ook voor gelovigen: doen wat je zegt te geloven.

Onze evangelielezing lijkt ons dat ook te zeggen: ‘Geloven moet je doen’.
Allereerst in Jezus z’n antwoord aan de wetgeleerde, wat Jezus heel tactisch hem zelf laat verwoorden:
‘God liefhebben en de naaste als jezelf met heel je hart en ziel, je kracht en je verstand’.
Dus met je gevoel, en ook met je fysieke vermogen, met wat je kunt doen, je daden.
Geloven met alles wat je in je hebt in heel je leven.
Liefhebben, niet alleen als gevoel maar ook met inzet en zorg voor de ander.
Het Grieks kent verschillende woorden voor liefde en het woord dat hier gebruikt wordt: ‘agapè’ betekent vooral dienstbare liefde.
Dus: geloven als doen.

De priester en de Leviet, vrome gelovigen natuurlijk, maken dat niet waar als ze het slachtoffer langs de weg zien liggen en met een boog om hem heen lopen.
Jezus zegt de wetgeleerde een voorbeeld te nemen aan de Samaritaan die wel ‘doet’, hulp geeft en zo naaste is, ‘Doet u dan voortaan net zo’.
De Samaritaan die hulp geeft, zelfs over de grenzen van eigen bevolkingsgroep heen,
zelfs aan iemand die bij een groep hoort waar je eigenlijk niets mee te maken wil hebben.
Want Joden en Samaritanen moesten op grond van religieuze verschillen niet veel van elkaar hebben, gingen niet met elkaar om,
als Jood reisde je bijv. niet door Samaritaans gebied.
Bij deze gelijkenis kun je soms als spiegelverhaal tegenkomen: de Marokkaan, de immigrant, de vluchtelingen die wél helpt, 
– wat eigenlijk heel beledigend is alsof je dat niet van hen zou verwachten.
Tegelijk is omgekeerd de actualiteit van de vluchtelingenproblematiek is niet zo moeilijk in deze gelijkenis te herkennen.

‘Geloven moet je doen’.
Ik denk dat wij, ook als het over geloven gaat, ook gráag iets doen.
Erover praten vindt niet iedereen gemakkelijk, maar iets ‘doen’, heel praktisch dat kun je al gauw.
In een kerkelijke gemeente kost het vaak de meeste moeite om ouderlingen, vooral pastorale ouderlingen te vinden en kiest iemand er liever voor om diaken te worden,
of om praktische dingen te doen: koffie schenken, helpen bij de voedselbank, technische hulp.

En met ‘doen’ is op zich natuurlijk niets mis, integendeel.
Als iemand hulp nodig heeft, als je dat merkt, dan is het goed om te doen, te helpen hoe en waar je kunt.
Niet voor niets zegt Jezus ook aan het eind van zijn gesprek met de wetgeleerde: ‘Doet u dan voortaan net zo’:
naaste zijn door barmhartigheid te betonen.

Het is ook veel prettiger om hulp te kunnen geven dan om hulp te moeten ontvangen.
Terwijl ik bezig was met deze overdenking kwam via de email de nieuwsbrief binnen van KRO/NCRV met een item:
‘Waarom anderen helpen je gelukkig maakt’.
Namelijk, vertelt het artikel, omdat je er voldoening door voelt als je iemand kunt helpen en daarmee blij kunt maken,
Je krijgt een bedankje of een warme glimlach terug.
Het schijnt zelfs een stofje ‘gelukshormoon’ in je lichaam aan te maken die je gevoel van tevredenheid en vertrouwen vergroten.
Een ‘helper’s high’, wordt dat zelfs genoemd.
En als sociale wezens willen wij mensen graag contact en verbinding en iemand helpen creëert die verbinding en versterkt de relatie.
Tegelijk geeft iemand helpen, actief zijn in de kerk of in de samenleving je leven ook betekenis en zin, geeft het je het gevoel nuttig te zijn.
Versterkt je zelfbeeld en zelfvertrouwen.
Maakt je, las ik, zelfs gezonder.
Dus genoeg redenen om, waar je kunt en naar jouw mogelijkheden, anderen te helpen.
Dan misschien ook een beetje voor jezelf……..

Toch doen de priester en de Leviet dat niet als ze de gewonde man langs de weg zien liggen.
Ze lopen er met een boog om heen.
Letterlijk vertelt Jezus het zo van beiden: ‘ze zien het slachtoffer liggen en lopen er met een boog om heen.
Vaak wordt als verklaring gegeven dat ze voor hun werk in de tempel hun reinheid moesten bewaren.
Als priester mocht geen dode hebben aangeraakt, dan was je onrein en kon je je dienst in de tempel niet meer uitvoeren.
Of een andere verklaring is dat ze bang waren om zelf slachtoffer te worden voor overvallers en rovers.
Maar dat staat er allemaal niet bij.

Dominee Martin Luther King zei bij deze gelijkenis:
‘Ik weet niet waarom ze langs de man liepen, maar dit is wat mijn verbeelding me vertelt.
De priester en de Leviet lopen voorbij omdat ze tegen zichzelf zeggen: als ik stop om deze man te helpen, wat zal er dan gebeuren met mij?
Er waren immers rovers in de buurt.
Maar de Samaritaan stelt een andere vraag.
De Samaritaan denkt: Als ik niet stop om deze man te helpen, wat zal er dan met hem gebeuren?’
En King vervolgt: ‘Als ik niet stop om de schoonmakers in Memphis te helpen, wat zal er dan met hen gebeuren?’
En ondanks de risico’s ging hij toch naar de demonstratie in Memphis, waar King vermoord is.

‘Als ik niet stop om deze man te helpen, wat zal er dan met hem gebeuren?’ 
Je verplaatsen in de ander, je afvragen wat hij of zij nodig heeft.
Verandering van perspectief.

Deze week ging op Social Media een filmpje rond van een satirisch nieuwsprogramma dat mensen op straat vroeg: ‘wat vindt u van vluchtelingen?’
Er kwamen antwoorden als: ‘ik zie geen echte vluchtelingen, alleen jonge mannen, voor wie alles geregeld en betaald wordt: een huis, ziekenfonds, ze krijgen geld’.
Dan stelt de interviewer de vraag: wat zou u doen, als het helemaal mis gaat in Nederland, de regering er een potje van maakt en u zou Nederland verlaten, naar welk land zou u gaan?
Spanje, Canarische eilanden, Hongarije wordt genoemd, want: alles is daar goed geregeld, daar zou ik dan wel een leuk huisje willen.
Maar het kwartje valt niet dat ze dan zelf eigenlijk ook vluchtelingen zouden zijn, op zoek naar een beter leven.

Verandering van perspectief, je verplaatsen in de ander, de situatie van de ander.
Zoals Jezus doet aan het eind van de gelijkenis: ‘Wie van deze drie is de naaste gewórden van het slachtoffer van de rovers?’

De Samaritaan ziet de man langs de weg liggen, slachtoffer van overvallers.
En, ‘hij kreeg medelijden toen hij hem zag’.
De Samaritaan wordt geraakt door wat, wie hij ziet.
Hier staat hetzelfde woord dat ook klinkt als we lezen van Jezus als hij ‘met ontferming wordt bewogen’, bijvoorbeeld als hij de schare mensen ziet ‘als schapen zonder herder’,
of als Jezus twee blinde mannen ziet langs de kant van de weg.
De Nieuwe Bijbelvertaling vertaalt met ‘medelijden’, maar dat is eigenlijk te weinig.
Medelijden kan een kort, vluchtig gevoel zijn, als je iets ziet of hoort op het nieuws of in je omgeving.
Maar ‘met ontferming bewogen’, het woord dat daar in het Grieks staat. verwijst naar de ingewanden en betekent:
tot in het diepste geraakt worden, je binnenste, je maag krimpt ervan inéen.
Zó geraakt worden dat het vraagt om een antwoord, zó dat je niet anders kunt dan handelen, naar die mens toe gaan, helpen, doen wat je kunt.
Dan wordt je voor die ander een naaste.

Voordat je gaat ‘doen’ gebeurt er dus eerst iets aan je, met je.

In de Bijbel lezen we steeds weer dat God een God vol van ontferming is.
Het lijden van zijn volk ziet en hoort.
Zoals Jezus met ontferming bewogen wordt over de schare, mensen die ziek zijn, honger hebben, beperkt worden om mee te kunnen doen in het leven.

Dat is wat ons mens maakt, mens naar Gods beeld ook dáarin:
het vermogen om je te verplaatsen in de ander, geraakt te worden,
waarin we geroepen worden om medemens te zijn, naaste te worden.
En je niet anders kunt dan helpen of in ieder geval na te bij zijn en mee te leven.

Er kunnen redenen zijn waarom de openheid daarvoor ontbreekt, om je te laten raken.
De priester en de Leviet zijn misschien te veel gericht op hun dienstwerk in de tempel of in beslag genomen door angst voor rovers.,
Zo kun je bezig zijn met van alles en nog wat, de drukte van de dag.
Ook als kerk, kerkenraad zijn we soms veel te veel bezig met allerlei praktische zaken te organiseren en te regelen,  
óok belangrijk en het kan er niet zonder,
maar waardoor we soms niet meer toekomen aan waar het echt om gaat, bewogenheid en zorg voor mensen.

Ook persoonlijk kan er zoveel zijn dat je bezighoudt aan moeite of zorg, ziekte of verdriet van jezelf of je naasten, dat je daar – begrijpelijk - meer dan genoeg aan hebt.
Eigenlijk geen ruimte hebt om naar het journaalnieuws te kijken.
Het actuele nieuws ís vaak eigenlijk teveel, te heftig en te overweldigend.
Dat we er af en toe ook liever met een boog omheen zouden gaan.
Het vraagt ook om moed om je te laten raken, je hart te openen voor wie ontferming en barmhartigheid nodig heeft.

Moed die we kunnen vinden in de geloofservaring dat God óns met ontferming ziet,
in Jezus naast óns is komen staan.
Dat kan ons openen, ons hart en onze ogen, om ons te laten raken door wie onze ontferming nodig heeft.
Om dan als naaste te doen wat we kunnen.
 
terug

Kerkdiensten

Zondag 10.00 uur - De Toevlucht
Bekijk hier het overzicht

Agenda

Activiteiten komende weken

Live kerkdienst

Volg de kerkdienst online via
File:YouTube full-color icon (2017).svg - Wikimedia Commons Youtube en via  Kerkomroep

Laatste nieuws


Het kunstwerk van de jongeren gemaakt in de Paasnachtwake bij het thema:
'Een nieuwe dag'

Overdenking van de Week

Zondag 13 juli Lucas 10: 25-37 over 'de barmhartige Samaritaan'

×